Abrikozen amandeltaart

Verwarm de oven voor op 180 graden, hetelucht stand.

Rol het bladerdeeg uit in je taartvorm en prik er met een vork enkele gaatjes in. Bestrooi het deeg lichtjes met wat bloem.

Klop in de keukenrobot met je K-klopper de boter, suiker en eitjes door elkaar. Laat een 5-tal minuten kloppen.
Voeg eerst het amandelmeel toe en daarna de bloem, samen met het snuifje zout en het vanille extract.
Schep de vulling in de taartvorm.

Snijd elk abrikoosje nu in 4 tot 6 stukjes zodat je allemaal kleine halve maantjes bekomt.
Dep ze nog een laatste keer goed droog en leg ze in een cirkel naast elkaar.
Begin aan de buitenzijde van de taartvorm en werk naar binnen toe.

Bak de taart in de voorverwarmde oven gedurende 40 minuten.

Laat de taart volledig afkoelen.

Rooster intussen de amandelschilfers in een pannetje. Verlies deze niet uit het oog! In het begin gaat het traag, maar eens de schilfers warmte hebben, verbranden ze snel.

Roer de abrikozenconfituur of -gelei op een zacht vuurtje los in een klein pannetje. Door de warmte zal de confituur wat lopend worden. Bestrijk nu de abrikozentaart met de lauwwarme, lopende abrikozenconfituur. Zo krijg je een mooi glanzend laagje.

Werk af met de geroosterde amandelschilfers.