Appelcake

Verwarm de oven voor op 175 graden (hetelucht).

Bedek de bodem van een springvorm met bakpapier en vet de randen in met boter. Bedek nu ook de randen met bakpapier. Dit zal er voor zorgen dat je de cake straks gemakkelijk uit de vorm kan halen.

Klop de boter en de suiker tot een wit-romig geheel.

Voeg de eitjes één voor één toe en voeg pas een nieuw eitje toe als het vorige volledig is opgenomen in het deeg.

Zeef de zelfrijzende bloem, het bakpoeder en het snuifje zout en spatel dit voorzichtig door het mengsel.

Schil de appels, verwijder het klokhuis en snijd 2 appels in blokjes, de derde appel dient als decoratie en snijd je in flinterdunne partjes.

Roer de blokjes appel door het cakebeslag en stort dit in je bakvorm.

Schik de fijne partjes appel dakpansgewijs over het cakemengsel en zet in de oven gedurende 50 à 55 min. De cake is klaar als je met een satéprikker in het midden prikt en deze er schoon uitkomt.

Laat de cake in de vorm afkoelen op een rooster.

Verwarm op zacht vuur de abrikozenconfituur. Smeer de abrikozenconfituur over de bovenkant van de appelcake, nadat je deze hebt ontvormd en het bakpapier hebt verwijderd. Strooi er de geroosterde amandelschilfers over.